• Natuurlijk beloop: Een netvliesloslating breidt zich aanvankelijk snel uit tot een bepaalde configuratie. Daarna treedt langzame progressie op. Uiteindelijk ontstaat in de regel een totale netvliesloslating, al dan niet gecompliceerd door proliferatieve vitreoretinopathie (PVR). Een positief Tyndall fenomeen is een eerste teken van een naderende phthisis.
  • Verwijzing:
  1. Netvliesloslating tot binnen de vaatboog met aanliggende fovea. Het risico op uitbreiding naar de fovea is de eerste dagen na ontstaan groot: Direct verwijzing, zo nodig met houdingsadvies tijdens het transport; operatie zo snel mogelijk, eventueel ook  in het weekend.
  2. Netvliesloslating buiten de vaatboog. Het risico op uitbreiding naar de fovea is de eerste dagen na ontstaan klein:  Verwijzing met spoed, zo nodig patiënt instrueren te bellen bij uitbreiding scotoom en houdingsadvies voor de nacht; operatie zo snel mogelijk, maar niet noodzakelijkerwijs in het weekend.
  3. Netvliesloslating met afliggende macula. Het doel is een zo goed mogelijk visusherstel te bereiken: Verwijzing met spoed, operatie zo snel mogelijk, maar niet noodzakelijkerwijs in het weekend.
  • Operatietechniek: bij een eenvoudige defectconfiguratie en een heldere eigen lens in de regel een cerclage/plombe, in andere gevallen een vitrectomie met gastamponade.
  • Resultaten: Na een afliggende macula is de visus na een maand gemiddeld 0,5; bij 60 % >= 0,5 en bij 20% >= 0,8. Verdere verbetering van de visus is in de loop van maanden tot jaren te verwachten.
  • Complicaties: Gemiddelde recidiefkans  3 %, gemiddelde PVR risico  1 %. Vrijwel 100 % uiteindelijk succes.

 

n-rgm-2

n-rgm

n-rgm-3